Kenmerken angst

Angstige kinderen en jongeren ervaren problemen in hun denken, doen en voelen. Ze hebben vaak een negatief en laag zelfbeeld. Ze zijn niet soepel in het bedenken van oplossingen omdat ze teveel in beslag genomen worden door hun angst. Ze voelen zich vaak onzeker en hebben weinig zelfvertrouwen. Ze zijn bijvoorbeeld bang voor het negatieve oordeel van een ander. Vaak zien we in het gedrag geremdheid, neiging tot terugtrekken en vermijding.
Er bestaan veel verschillende soorten angst:
– Separatieangst; waarbij angst bestaat om gescheiden te worden van hechtingsfiguren (ouders).
– Specifieke angst; waarbij er angst is voor een specifiek object of een specifieke situatie, zoals vliegen, hoogtes, dieren.
– Sociale angst; waarbij angst bestaat voor sociale situaties waarin je wordt blootgesteld aan een kritische beoordeling door anderen.
– Gegeneraliseerde angst; waarbij er sprake is van overmatige angst en bezorgdheid over allerlei dagelijkse dingen en er een onvermogen bestaat om deze angsten en zorgen onder controle te houden. Veelvuldig piekeren wordt gezien als een kenmerk van gegeneraliseerde angst.